Tussen heuvels en rivier: Koninginnen-dag

Hommel op salomonszegel. (Foto Ruud Overes, Epe)

Zoals wel vaker wordt deze rubriek geschreven vanuit Wissel, bij Epe. Terzijde maar toch wel belangrijk: natuurliefhebbers ook uit de andere dorpen van onze gemeente zijn van harte welkom om een interessant verhaaltje over een natuuronderwerp in te sturen. Zie daarvoor de contactgegevens van Vereniging Natuur en Milieu Epe.

De afgelopen maand zag ik meer oranjetipjes dan in veel jaren hiervoor. Dat doet goed, van vlinders word je altijd blij. Dat kan komen doordat (dag)vlinders zich alleen vertonen als de zon schijnt, maar het is natuurlijk ook al fijn omdat het met onze vlinders niet goed gaat. Het oranjetipje kun je eigenlijk niet missen, althans het mannetje. De uiteinden van zijn voorvleugels zijn feloranje en zelfs als het mannetje onstuimig vliegend een vrouwtje achtervolgt, is dat goed te zien. Het vrouwtje mist het oranje. Haar ondervleugels zijn gelig, verder is ze amper kleurig te noemen. Oranjetipjes vliegen op pinksterbloemen, look zonder look en judaspenning en voornamelijk in april. Ze worden maar drie weken oud.


Een bevriende imker was wat droevig over de kou van de laatste weken. De bijen vliegen niet, zei ze. Tijdens de nationale bijentelling, van 15 tot 24 april, werden niettemin honingbijen het meest waargenomen. Honingbijen kunnen zichzelf warm houden, net als hommels. Dat er meer dieren werden waargenomen dan vorig jaar, kan een goed teken zijn, maar het kan ook komen doordat er langer geteld werd, of door meer ervaring bij de tellers.
De zorgen van de imker betroffen ook de bestuiving van de fruitbomen. Vroege fruitrassen hadden het geluk gehad in een korte periode van zacht weer te bloeien, toen waren er wel bestuivende insecten. Maar wat in bloei staat in weer dat voor de meeste bestuivers te koud, of te nat is, zal dat wel vrucht dragen?


Koude, nattigheid en telling of niet, in onze tuin zijn al een maand lang ongewoon veel hommels actief. De imker vertelde mij dat hommels die op dit moment vliegen altijd koninginnen zijn. En inderdaad viel mij bij ieder dier op hoe groot zij was – en ook hoe haar gezoem bij haar afmetingen paste. Op ieder zonnig moment zijn ze er, verschillende soorten, ik zou zeggen veld- en aardhommels, op iedere bloeiende plant, waaronder veel fruitbloesems zijn. Hommels zijn prachtige dieren en ze hebben zeker nu iets rustigs. Dat lijkt een beetje bij hun grote insectenlichaam te horen, maar het komt ook door de kou, waardoor het vliegen ze extra energie kost. Haar langzame bewegen maakt het voor ons gemakkelijker om haar te bekijken als ze op een bloem landt. Ze neemt daar echt de tijd om stuifmeel en nectar te verzamelen. Ondanks de rust van dat tafereeltje is het nog steeds niet gezegd dat we goed kunnen zien hoe ze precies te werk gaat, omdat ze ons al gauw met haar dikbehaarde lijfje het zicht beneemt, maar aandoenlijk en prachtig is het wel. En het heeft iets magisch, als je er even de tijd voor neemt. Je bent heel stil, om het beestje niet te storen en je concentreert je. Die twee dingen samen maken dat er even niets anders meer is dan die hommel. Als ze tenslotte de bloem verlaat, heb jij haar de rest van de dag bij je. Dat is een mooi ding.
Als het goed is, verschijnt dit stukje op dinsdag 30 april. Om de hommel te eren en de andere leden van de grote familie van de bijen stelt Vereniging Natuur en Milieu Epe voor, 30 april koninginnen-dag te noemen.


Graag nodigen we lezers die iets interessants te vertellen hebben dat de natuur in onze eigen omgeving vooruithelpt, of vragen daarover, Vereniging Natuur en Milieu Epe te schrijven op mailadres info@natuurenmilieuepe.nl. Zie ook www.natuurenmilieuepe.nl.

Vorige
Vorige

Tussen heuvels en rivier: Het kleinschalige landschap

Volgende
Volgende

In het spoor van de wolf