Tussen heuvels en rivier: Buitenspelen
Wilde cichorei, cichorium intybus, tekening uit de Flora Batava
Afgelopen tijd moet ik steeds denken aan een recent goed bericht in het nieuws. Het kwam uit Finland. Tien jaar onderzoek naar het ontstaan van astma en allergieën had laten zien, dat kinderen die veel buitenspelen en met hun handjes in de grond zitten (anders dan in de zandbak), heel veel beter beschermd zijn tegen zowel astma als het ontstaan van een allergie. Het leverde het enorme verschil op van 62% minder ernstige ziektegevallen, opzienbarend dus.
Het Nederlandse Longfonds kwam langs een andere weg tot precies dezelfde conclusie. Wat was hier aan de hand? Het geheim bleken micro-organismen te zijn. Dat zijn bijvoorbeeld bacteriën en schimmels. Die zijn in de natuur overal. In de aarde en de lucht, op en in dieren en planten, in ons eten en in en op ons lichaam. De meeste van deze organismen zijn goed voor ons afweersysteem. Met hoe meer verschillende micro-organismen wij in contact komen, hoe sterker ons afweersysteem wordt. Hoe meer je met groen, met natuur, in aanraking komt, hoe beter en op het platteland ben je dus beter af dan in de stad. Dit is niet alleen fantastisch gezondheidsnieuws, het laat ook zien hoe dicht het belang van een grote biodiversiteit bij ons zelf ligt, of je nu natuurliefhebber bent of niet.
Het is gemakkelijk te bedenken dat het belangrijk is om gevarieerd te eten, omdat je dan de meeste verschillende voedingsstoffen binnenkrijgt, maar aan micro-organismen denk je niet zo snel. Omdat die kleine organismen overal zijn, afhankelijk van hoe natuurlijk de omgeving is, zou je kunnen zeggen dat ons lichaam feitelijk samenleeft met ‘de natuur’.
Het nieuws van de ontdekking van dit verband bleef mij bezighouden. Ik dacht aan hoeveel mensen nog steeds bomen lastige dingen vinden, omdat zij blad laten vallen. En na een heerlijke salade, van witlof en heel jong paardenbloemblad die wij bij vrienden aten, dacht ik aan het moestuinboekje van mijn grootvader, dat ik nog steeds gebruik. Mijn grootouders waren in 1938 vanuit Amsterdam in Vaassen komen wonen, aan de rand van de eindeloze Veluwe. Ze waren altijd buiten, ze fietsten en wandelden en ze kweekten hun eigen groenten. In het moestuinboekje zocht ik molsla op, sla van gebleekt paardenbloemblad. Vroeger werden sommige bladgroenten gebleekt om het blad zacht te houden, ook van smaak. Groente werd niet groen als er geen licht bij kwam. Van andijvie bond men de struikjes dicht en witlof wordt in het donker gekweekt. Om aan het meest malse blad van paardenbloem te komen, werd voorzichtig gegraven in molshopen; paardenbloemplanten die voor het uitlopen toevallig onder een molshoop terecht waren gekomen, gaven het gezochte lichtgele blad.
In Frankrijk wordt paardenbloemblad nog altijd veel verkocht. Hier weet bijna niemand meer dat alle groenten, die wij eten gekweekt zijn uit wilde planten. Als het met de biodiversiteit niet goed gaat, wat het geval is, dan betekent dat, dat er steeds soorten planten en dieren verdwijnen. Ze kunnen verdwijnen uit een gebied, of overal, wat neerkomt op uitsterven. De groenten, die uit de wilde-plantenflora door zijn ontwikkeld, zijn veeleisend geworden en daarmee kwetsbaar. Zonder bijzondere zorg redden ze het niet. Die zorg is niet altijd onschuldig, veel teelt schaadt de natuur. Uiteindelijk is het de natuur die ons ons voedsel levert. En die voor onze weerstand zorgt.
Graag nodigen wij lezers die iets interessants te vertellen hebben dat de natuur in onze eigen omgeving vooruithelpt, of vragen daarover, Vereniging Natuur en Milieu Epe te schrijven: op mailadres info@natuurenmilieuepe.nl. Zie ook www.natuurenmilieuepe.nl.
Foto:
Wilde cichorei, cichorium intybus, tekening uit de Flora Batava. De ingeburgerde plant, die manshoog kan worden en met lichtblauwe bloemen vergelijkbaar met paardenbloemen, groeit overal in ons land langs wegen. Het jonge blad kan net als dat van paardenbloemen worden gegeten als sla; witlof is uit deze plant ontwikkeld. De gemalen wortels worden in Frankrijk (in prachtige pakjes) verkocht als toevoegsel bij de gemalen koffie. Een variëteit is andijvie, cichorium endivia.